Wasmachine neemt geen of onvoldoende water

HOOFDKLACHT: NEEMT GEEN WATER.

GERELATEERDE KLACHTEN:

Neemt geen water.

Neemt geen water verschijnt H2O op display.

Pakt geen water.

Pakt te weinig water.

Neemt geen zeepmiddel mee blijft achter in zeepbaklade.

  

KRAAN DEFECT OF TOEVOERSLANG GEKNIKT OF GETWIST.

water_kraan

1. Plaats de pakking A op het uiteinde van de waterslang en schroef hem op een koud-waterkraan met een monstuk met schroefdraad van 3/4 gas (zie afbeelding). Voordat u hem aansluit moet u het water laten lopen totdat het helder is.

Water_toevoer_slang

2. Verbind de slang aan de wasmachine door hem op de betreffende watertoevoer aan te schroeven, rechtsboven aan de achterkant (zie afbeelding).

3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in de toevoerslang zitten.

GOED CONTROLEREN OF DE KRAAN EN DE AANVOERSLANG WATER DOOR LATEN!!

Zeef verstopt. In de watertoevoerslang zit een zeef. Maak de zeef schoon (zoals aangegeven in de gebruiksaanwijzing).

WATERSLOT BLOKKEERT OF IS NIET GOED INGESTELD.

Het waterslot wordt tussen de kraan en de aanvoerslang geplaatst en is los verkrijgbaar.

Inleiding

Een afdoende oplossing voor een probleem dat altijd onverwachts komt: lekkage van de wasmachine. Een oplossing die even simpel als doeltreffend is, wordt in deze klus besproken.

Stap 1

Controleer eerst de instelling voor de montage. Aan de uitlaatzijde van het waterslot ziet u de cijfertjes 1 t/m 10 staan. Tevens ziet u een plastic ring met 2 gleufjes, waarvan een vanuit het midden een pijltje wijst. Elk cijfertje komt overeen met ongeveer 4,5 liter water, dus 8 bijvoorbeeld staat voor 36 water. Zou er nu door een of andere oorzaak na het waterslot een lekkage optreden, dan sluit het waterslot bij 36 liter water automatisch.

Waterslot_1

Stap 2

Uw wasmachine zal bij normaal gebruik circa 30 liter water per wasbeurt gebruiken. Mocht dit volgens de gebruiksaanwijzing meer of minder zijn, zet dan met het bijgeleverde witte sleuteltje (dat precies in de 2 gleufjes past) het pijltje op het juiste nummer, dat overeen komt met het aantal liters water per wasbeurt.

Waterslot 2

Stap 3

Sluit eerst de kraan voordat u de slang losdraait. Monteer nu het waterslot op de kraan (dit kan maar op een manier). Vervolgens bevestigt u de slang aan de onderzijde van het waterslot.

Waterslot 3

Goed controleren of het waterslot niet blokkeerd.

WATERDRUK VAN WATERLEIDING TE LAAG.

Ieder programma krijgt een x-tijd om water te nemen. Als deze tijd verstreken is zal de machine in een foutcode vallen. Een te lage waterdruk kan hiervan de oorzaak zijn.

Controleer goed de waterdruk. Een wasmachine kraan heeft tussen de 1 tot 2 minuten een normale emmer (25 liter) water gevuld.

  

ZEEPMIDDEL WORDT NIET MEEGENOMEN.

Zeepmiddel_in_zeepbak

bakje 1: Voorwasmiddel (poeder)

bakje 2: Wasmiddel (poeder of vloeibaar)

Het vloeibare wasmiddel wordt erin gegoten vlak voor de start

bakje 3: Toevoeging (wasverzacther enz.)

De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.


ZEEPMIDDEL MOET IN JUISTE COMPARTIMENT.

WATERDRUK VAN WATERLEIDING MOET VOLDOENDE ZIJN.

MEN MOET JUISTE PROGRAMMA KIEZEN. ZEEPMIDDEL UIT BAKJE VOORWAS ZAL ALLEEN MEEGENOMEN WORDEN ALS ER EEN PROGRAMMA MET VOORWAS IS GEKOZEN.
 

De lampjes branden maar de machine neemt geen water.

Afhankelijk van de belading van de machine en het programma wordt de hoeveelheid water bepaald. Wanneer er weinig water benodigd is (vooral bij energiezuinige machines), kan het zijn dat het water onder het zichtbare niveau blijft. 		 
Terug